De buurtschap Holthone in de gemeente Gramsbergen ligt zo’n 4 kilometer ten zuiden van Coevorden. De buurtschap grenst in het noorden aan de provinciegrens met Drenthe en in het zuiden aan de buurtschap Anerveen. De kern hiervan wordt gevormd door de Holthoneres, een zandhoogte. Rondom deze es lagen en liggen de boerenbedrijven.
Op het eerste gezicht lijkt de naam Holthone te zijn ontstaan uit holt = hout en Aone = Ane. Hout van Ane dus. De boerengemeenschap van Ane had toch hout nodig voor het bouwen van huizen en haardvuren en het gebied was nogal bebost, vandaar. Toch is deze uitleg waarschijnlijk niet juist. In oude geschriften wordt Holthone vermeld als Holthoen of Olthoen. Het woordje “hoen” (spreek uit “hoon”) betekent hoogte. De betekenis wordt dan: “een met bos begroeide hoogte.” En ook dat is goed in het terrein waarneembaar.
Holthone heeft in de eeuwen veel te lijden gehad van de oorlogshandelingen waarin Coevorden betrokken was. In het quohier van het vuurstedegeld van Salland van 1675 lezen we onder het karspel Hardenberg: “Olthoen dese Buurtschap is geheel geruïneert geweest maar dese naevolgende huisen sijn weder op nieuwe geset, Clumper ~ 1 gld; Drente ~ 1 gld; de Scheere ~ 1 gld.”
Ook op het einde van het jaar 1813 heeft het oorlogsgeweld wederom toegeslagen. De Haarlemse Courant van 6 januari 1814 schrijft daarover het volgende:
“Hardenberg 28 december. De dag van gisteren was voor de ingezetenen van deze en omliggende plaatsen zeer verschrikkelijk en treurig. Het fransche garnizoen van Coevorden, drie uren van hier gelegen, deed eene hevigen uitval tot nabij ons steedje, dat men hier, met den meesten spoed, alles in het werk stelde, om de beste goederen in te pakken en met schuiten en wagens te verzenden, en vrouwen en kinderen in haast te doen vlugten. De vijand, tot in de boerschap Aane, een groot half uur van hier, genaderd zijnde, werd hun, tusschen Aane en het Aanerveen, door de Kozakken, burgers en boeren, zulk eenen dapperen tegenstand geboden, dat hun het verder voortrukken belet werd. Ondertusschen hebben de Franschen te Aanerveen en Holthone velerhande plunderingen en vernielingen aangericht; alles weggevoerd, wat zij konden, kisten, kasten, klokken en andere huismeubelen vernield, ongeveer zes runderbeesten gerooft en medegenomen en andere, die zij niet zoo spoedig konden meevoeren, doodgeschoten. Van diezelfde bende zijn er eenigen in de Meene en op de Klokhennen, aan de Vecht, tegen over Gramsbergen, geweest; hebben aldaar dezelfde verwoestingen en roverijen aangerigt; doch ook daar werden zij in hunne woede, door de Kozakken en boeren, gestuit, welke hen met zoo veel dapperheid hebben afgeslagen, dat Gramsbergen, welke een deerlijk lot te wachten stond, bevrijd gebleven is, en vier man van de Franschen gevangen genomen zijn; waarna die roversbende met haren buit naar Coevorden is terug getrokken.”
Er blijken twee boerderijen op de es van Holthone in de as te zijn gelegd. De boerderij van de familie Drenthen was daar één van. Overigens herhaalden de Fransen deze plundering op 28 april 1814. Pas op 7 mei 1814 trokken ze uit dit gebied weg.
Samen met het landhuis De Scheere is Holthone een prachtig landschappelijk gebied, dat enigszins idyllisch aandoet. Het behoort tot de N.V. Landgoed De Scheere en valt onder Natuurbescherming. Hoewel oorspronkelijk niet voor het publiek toegankelijk, heeft men nu vrije toegang op de paden. Het landgoed is 840 hectare groot en er staan ca. 20 boerderijen, die herkenbaar zijn aan de rood~geel~groene luiken.
Alle boerderijen zijn voorzien van welluidende namen, zoals:
“het Ooievaarsnest“; dit was de boerderij van Hendrik Gerrits, ook wel genoemd “Veurinks Hendrik”. Vanuit deze plek zijn de kinderen uitgevlogen. Zoon Hendrik Jan kwam te wonen op de boerderij “de Oranjehoeve“. Herman Passies, zoon van Jan Passies en Mina Gerrits woonde als laatste van de familie op de boerderij “de Schans”.